Vlooienallergiedermatitis bij honden en katten – hoe ziet het eruit en wat kun je doen?

Delen

Vlooienallergiedermatitis is één van de meest veelvoorkomende huidaandoeningen bij honden en katten. Kom te weten hoe je de symptomen van vlooienallergiedermatitis herkent, de juiste behandeling vindt en hoe je dit kan voorkomen.

Vlooienbeten stellen huisdieren bloot aan vlooienspeeksel – iets waar sommige honden en katten na verloop van tijd allergisch voor kunnen worden. Deze allergische reactie staat bekend als vlooienallergiedermatitis.

Vlooienallergiedermatitis is een allergische huidaandoening die vooral voorkomt bij honden en katten die ouder zijn dan 1 jaar. Vlooienallergiedermatitis gaat gepaard met huidziekten zoals atopische dermatitis.1,2 Huisdieren met een vlooienallergiedermatitis kunnen hun huid beschadigen doordat ze voortdurend krabben, bijten of likken. Deze beschadigingen kunnen vervolgens leiden tot een secundaire infectie.


Hoe herken ik vlooienallergiedermatitis bij mijn hond of kat?

Het meest voorkomende teken van vlooienallergiedermatitis bij honden en katten is intense jeuk, maar er zijn ook andere zaken om op te letten:

  • Rusteloosheid en ongemak
  • Veel tijd besteden aan verzorging, kauwen, bijten, likken en krabben, of ergens tegenaan wrijven.
  • Het haar kan door het likken bruin vlekken – vooral duidelijk bij witte huisdieren
  • Huidveranderingen bij honden: haaruitval, uitslag, roodheid of donkere huid, verdikte huid, door het dier zelf toegebrachte schrammen of wondjes, meestal onder aan de rug en bij het begin van de staart, de dijen en de buik
  • Huidveranderingen bij katten: haaruitval en huiduitslag, meestal op de achterkant van het lichaam (buik en rug), achterpoten (binnen- en achterkant), de nek en, minder vaak, op de kop

Het is ook belangrijk om te kijken naar beschadigingen aan de huid van je hond of kat. Deze kunnen ontaarden in secundaire infecties (ofwel ‘hotspots’: rode, vochtige gebieden), die de jeuk verder kunnen verergeren.1,2


Behandeling van een vlooienallergiedermatitis bij je hond of kat

Als je denkt dat je hond of kat vlooienallergiedermatitis heeft, ga dan naar je dierenarts. Die onderzoekt dan je huisdier op vlooien en kan dan op verschillende manier vaststellen of je huisdier allergisch is: een eliminatietest, een huidtest of een bloedonderzoek.

Als je hond of kat vlooienallergiedermatitis heeft, hoeft hij maar door één vlo te worden gebeten om intense jeuk te krijgen. Je dierenarts kan de diagnose stellen, zelfs als er geen vlooien of vlooienuitwerpselen te zien zijn.

De belangrijkste manier om vlooienallergiedermatitis bij je hond of kat in de hand te houden is door het aantal vlooienbeten zo veel mogelijk te beperken. Je kunt vlooien het hele jaar door bestrijden met een effectief, snelwerkend product, zoals Seresto®, Advantix®(uitsluitend voor honden)* of Advantage®, dankzij imidacloprid – het actieve ingrediënt dat vlooien bij contact doodt. Dat betekent dat de behandeling al werkt voordat vlooien je huisdier bijten en verdere irritatie veroorzaken3 . Zodra vlooien in contact komen met je huisdier, worden ze binnen 3-5 minuten aangepakt.

Behandel liefst al je huisdieren, of ze nu last van vlooien lijken te hebben of niet.

* Advantix – niet op katten gebruiken.


Praat met je dierenarts over bestrijding van vlooienallergiedermatitis

Naast het gebruik van een snelwerkende, effectieve vlooienbestrijding om vlooienbeten te minimaliseren, kan je dierenarts ook andere adviezen geven om de beschadigde huid van je huisdier te genezen, bacteriën te doden en de jeuk te verlichten.

Vraag altijd advies aan je dierenarts als je producten uit de productlijn van Advantage combineert met een andere huidbehandeling. Breng Advantage-producten uitsluitend aan op een volledig droge vacht.^

Zie het productlabel voor details.

1 Noli C., Foster A. and Rosenkrantz W. (2013) Veterinary Allergy; 1st edn, Wiley Blackwell, New Jersey.

2 Miller W.H., Griffin C.E. and Campbell K.L. (2013) Muller and Kirk’s Small Animal Dermatology; 7th edn, Elsevier Mosby, Missouri.

3 Mehlhorn H., Hansen O. and Mencke N. (2001) Comparative study on the effects of three insecticides (fipronil, imidacloprid, selamectin) on developmental stages of the cat flea (Ctenocephalides felis Bouche 1835): a light and electron microscopic analysis of in vivo and in vitro experiments, Parasitology Research, 87(3): 198-207

Delen