In deze blogs vertelt Tamara over haar avonturen met haar Oudduitse Herder pup Otto. Lees in blog nummer zeven meer over Otto de zeehond.
Er zijn rassen waarvan we allemaal weten dat ze gék zijn op water. Denk aan een Labrador Retriever, een Flatcoated Retriever of een Golden Retriever. Dan zijn er nog rassen waar uit de naam af te leiden valt dat er wel enige affiniteit met water is. Bijvoorbeeld een Spaanse Waterhond of een Amerikaanse Water Spaniel. En dan heb je Otto, die officieel een Oudduitse Herder is, maar nog het meeste weg heeft van een kruising tussen een zeehond en een varken.
Het begon als pup van 8 weken met de waterbak in huis. Daarin trappelen met zijn poten was het liefste wat hij deed en bij voorkeur sleepte hij hem ook nog het hele huis door. Ook in zijn bench had Otto altijd een bakje water en als hij daarin zat, duurde het vaak een minuut of anderhalf voor het bakje leeg was en Otto plus bench doorweekt waren.
Naarmate hij ouder wordt blijft zijn gedrag nagenoeg hetzelfde, alleen de hoeveelheid water wordt groter.
Van de waterbak binnenshuis werd al snel overgeschakeld op de vijver in de tuin. De pomp met fontein is nog altijd het meest geliefde attribuut. En hoewel Otto heel goed weet dat de vijver is om uit te drinken en niet meer dan dat, is hij ook van mening dat drinken heel moeilijk is zonder dat je daar minstens één poot bij in het water steekt. Als Otto naar binnen wandelt en een spoor van water achterlaat, kan ik ervan uitgaan dat hij zijn dorst heeft gelest met vijverwater, of gewoon zin had in natte voeten.
Nu hij oud genoeg is om langere wandelingen te maken, komen we inmiddels al een tijdje verder dan alleen de wijk. Ik woon aan een natuurgebied met een grote plas en de eerste introductie daarmee was een waar feest. Waar mijn vorige hond heel graag aan pootjebaden deed maar absoluut niet wilde zwemmen is Otto de absolute tegenpool. De tweede keer dat we bij deze plas waren ging meneer direct voor de lol een rondje zwemmen, 16 weken oud.
Sindsdien zijn we regelmatig bij de plas te vinden, zodat Otto lekker kan spetteren. Soms zijn er ook andere honden aanwezig, al mag Otto met lang niet alle honden spelen. Veel hondenbaasjes zijn erg onder de indruk van hem omdat hij zo groot is en hoewel hij voor alles en iedereen lief is, is hij ook altijd erg enthousiast. Hij is natuurlijk ook flink, maar zijn dikke vacht geeft wel een vertekend beeld. Daardoor lijkt hij over het algemeen veel groter en breder dan hij daadwerkelijk is. Bij een aantal baasjes is de angst dan ook snel over als ze zijn karakter zien en als hij nat is. Hij wordt dan namelijk letterlijk 2x zo smal en heeft wel iets weg va
Sinds de eerste paar bezoeken aan de plas staat het woord ‘zwemmen’ in zijn geheugen gegrift. Als hij losloopt moet ik zorgen dat ik hem eerst aan de riem doe en me schrap zet en dan pas de eerste 2 letters van het magische woord uit spreek. Hij weet namelijk precies de weg en is veel sneller en sterker dan ik.
Maar wat vind ik het leuk dat hij op warme dagen lekker kan afkoelen, dat hij zijn spieren kan trainen zonder ze teveel te belasten, dat hij zoveel plezier beleeft aan iets relatief kleins als water.
Wat ik minder leuk vind, zijn modderpoelen en baggersloten, en daar hebben we er hier in de buurt ook veel van. Voor Otto is water gewoon water, voor mij is er wel degelijk een verschil. En hoewel het algemeen bekend is dat moddermaskers de huid verbeteren, heb ik Otto al meermaals verteld dat dit niet geldt voor álle soorten modder. We zijn het met name oneens over modderpoelen en baggersloten die naar riool ruiken, Otto’s favoriet, zeker níet die van mij.
En als hij nu gewoon door de modderpoel zou wandelen dan was het nog te overzien, maar Otto is meer van het model ‘alles of niets’. Als hij halverwege de poel is laat hij zich met veel drama door zijn poten zakken en doet er vaak nog een halve koprol achteraan. Hier snappen jullie waarschijnlijk mijn vergelijking met een varken.
En nu denken jullie misschien ‘waar maak je je druk om, laat hem lekker hond zijn’. Of misschien wel ‘houd hem dan uit die modderpoelen als je het zo erg vindt’. Beide helemaal waar, maar wel afhankelijk van het moment. Dus soms laat ik hem gewoon doen en hebben we beide de grootste lol. Soms lijn ik hem aan en lopen we zonder modderbad door.
Waar het soms mis gaat zijn onbewaakte momenten in combinatie met de pubertijd. En die onbewaakte momenten gaan altijd gepaard met lichte kleding en/of weinig tijd (op onverklaarbare wijze meestal beide). Nu Otto aan het puberen is en dus niet altijd meer terugkomt als ik hem roep is de uitdaging om te zorgen dat hij ofwel wél terugkomt of dat hij in ieder geval bij die modderpoel of baggersloot vandaan blijft. Onmogelijke opgave? Soms wel, soms niet, zoals dat gaat in de pubertijd. Mijn keuze om hem (daar waar het mag) los te laten lopen en daar de eventuele gevolgen van te dragen.
Over die gevolgen gesproken; als Otto een modderbad neemt en er stinkend naar riool uit komt, mag (moet) hij van mij daarna nog zwemmen in schoon water. Dat op zich is voor Otto al een soort zelfbeloningssysteem, want zwemmen is superleuk! En als we dan thuiskomen blaas ik hem droog met de waterblazer. Opnieuw een reden voor Otto om een modderbad te nemen, want ook de waterblazer is een feestje. Gevolgen voor mij zijn dat ik over het algemeen ook zeiknat ben en helemaal onder de modder zit. Ook ik mag dan een bad nemen, zonder modder en rioolgeur welteverstaan.
Meer weten over Otto? Lees hier alle blogs van Tamara & Otto:
Wil je op de hoogte blijven van Otto's avonturen? Er verschijnt regelmatig een nieuwe blog online en Otto heeft ook een eigen Instagram-account. Volg @_life.of.otto_